Antikankertherapieën.

Behandelingen tegen kanker - bijvoorbeeld een operatieve ingreep, radiotherapie, chemotherapie en/of hormoontherapie - kunnen ook de pijn verlichten.

Pijnstillers.

Er is een groot aantal pijnstillers verkrijgbaar, maar voor iedereen is het zoeken naar het juiste medicijn, de juiste combinatie en de juiste dosering.
Is er sprake van lichte pijn, dan wordt begonnen met een 'gewone' pijnstiller, zoals paracetamol, evt. in combinatie met zgn. NSAID's (ibuprofen, diclofenac).
NSAID's pakken de pijn op een andere manier aan en helpen beter tegen botpijn.
Is dit niet afdoende, dan kunt u bij deze medicijnen codeïne of tramadol krijgen.
Het kan ook zijn dat uw arts direct overstapt op een pijnstiller met morfine, fentanyl of een morfine-achtig middel, meestal in combinatie met uw eerdere pijnstiller.
Morfine kan worden gegeven in de vorm van tabletten, drank of zetpillen.
Fentanyl daarentegen bestaat onder de vorm van pleisters.
Er bestaat geen maximale dosering; uw lichaam geeft zelf aan hoeveel het nodig heeft.
Bij de codeïne, tramadol en de morfine-achtige middelen kunt u last krijgen van obstipatie en heeft u een laxeermiddel nodig.
Vraag raad aan uw dokter.

Andere bijwerkingen zijn misselijkheid, braken, sufheid en angstdromen, maar deze bijwerkingen zijn meestal tijdelijk; na drie tot vijf dagen nemen ze af.
Overigens kunt u ook hiervoor iets krijgen.
Het kan zijn dat u pleisters voor de pijn krijgt.
Sommigen bevatten fentanyl, een synthetisch opioïd, die via de huid constant en gelijkmatig aan uw lichaam wordt afgegeven.
Welke pijnstillers u ook krijgt: het is belangrijk dat de pijn zo goed mogelijk wordt bestreden, maar de bijwerkingen mogen uw leven niet gaan beheersen.


Textur