Hoofdpijn.

Bij hoofdpijn en gelaatspijn moet uitvoerig onderzoek plaatsvinden door eventueel huisarts, neuroloog, KNO-arts, oogarts, tandarts, kaakchirurg, anesthesioloog, psycholoog en psychiater.

De behandeling die het pijnteam in een pijnpolikliniek bij hoofdpijn/gelaatspijn toepast, is voor een groot gedeelte zuiver op de pijn gericht en minder op de directe oorzaak.
Daarom moet onderzoek plaatsvinden om een diagnose te stellen of uit te sluiten.
Het is af te raden om patiënten met hoofdpijn primair te behandelen voor de pijnklachten.
De arts, werkzaam in de pijnkliniek moet patiënten met hoofdpijn die onvoldoende zijn nagekeken dan ook verwijzen ter evaluatie en diagnose-stelling.

Naast het voorschrijven van paracetamol en/of NSAID's heeft het anti-epilepticum carbamazepine een bijzondere plaats bij het behandelen van pijn in het hoofd en aangezicht.

Migraine.

Migraine is meer dan alleen een pijnsyndroom.
Behandeling hiervan behoort bij de neuroloog.

Trigeminusneuralgie.

Bij trigeminusneuralgie is aan één zijde van het aangezicht of in de kaak een plek aanwezig die bij aanraken een gigantische pijnscheut veroorzaakt.
Bij patiënten die lijden aan de klassieke pijn (neuralgie) van de aangezichtszenuw (trigeminus zenuw) kan de allesbeheersende pijn bestreden worden met een hittebeschadiging door middel van hoogfrequente stroom de (zogenaamde Rf-laesie) in de zenuwknoop (het 'ganglion Gasseri').

Deze blokkadetechniek is echter alleen mogelijk bij de onderkaaks- en bovenkaakstak van de aangezichtszenuw, de nervus trigeminus, omdat bij uitschakeling van de oogtak de kans bestaat dat het hoornvlies van het oog ongevoelig wordt, met alle gevolgen van dien: uitdroging of beschadiging omdat vuiltjes en dergelijke niet meer gevoeld worden.

Deze blokkadetechniek moet pas worden uitgevoerd als is gebleken dat medicamenteuze therapie met behulp van carbamazepine (Tegretol) en eventueel andere middelen zoals baclofen (Lioresal) geen resultaat had.
Sommige patiënten worden zelfs suïcidaal van de pijn.
Het slagen van een dergelijk blok betekent dus een sterke verbetering van de kwaliteit van leven.

Spanningshoofdpijn.

Spanningshoofdpijn is een slecht gedefinieerd syndroom.
Andere namen ervoor zijn:
tension headache
muscle contraction headache
cephalgia psychomyogenica.

De belangrijkste eigenschappen zijn: een drukkend bandgevoel om het hoofd van een milde tot matige intensiteit.

De pijn kan aan beide zijden voorkomen op verschillende plekken en neemt niet toe bij inspanning.
Bij onderzoek kan een duidelijke verhoogde spierspanning worden gevoeld in de aangedane spieren.
Is er verhoogde spierspanning, dan kunnen benzodiazepines een belangrijke verlichting geven.
Vaak is de patiënt angstig of depressief.
In enkele gevallen gaat de pijn gepaard met misselijkheid of overgevoeligheid voor licht.

Therapie:

  • paracetamol en/of NSAID's
  • tricyclisch antidepressivum
  • benzodiazepine
  • TENS

    psychologische ontspanningstherapieën zoals:

  • relaxatie
  • hypnose
  • biofeedback.

    Clusterhoofdpijn.

    Clusterhoofdpijn (cluster headache) wordt aan één zijde van het hoofd ervaren, meestal in en om het oog, maar de pijn kan uitstralen naar het voorhoofd, de zijkant van de schedel, het gelaat, het oor of de nek.
    De pijn is borend tot stekend van karakter en wordt als ernstig aangegeven.
    Tranenvloed, het rood worden van het oogwit, opzwellen van het neusslijmvlies, loopneus, zweetvorming op het voorhoofd, een nauwe pupil of een hangend ooglid kunnen bij clusterhoofdpijn voorkomen.

    De therapie kan zijn behandeling met:

  • carbamazepine (Tegretol)
  • ergotamine
  • sumatriptan (Imigran)
  • corticostroïden
  • methysergide (Deseril)
  • calciumblokkers (bijvoorbeeld Adalat of Isoptin),
  • lithiumcarbonaat
  • TENS
  • zuurstoftherapie
  • zenuwblokkade.

    Goede resultaten zijn verkregen met het zogenaamde ganglion sphenopalatinum-blok.
    Hierbij wordt vanuit de zijkant van de wang een elektrode ingebracht naar deze zenuwknoop, waarna de elektrode door middel van radiofrequente stroom kortdurend verhit wordt.


    Plaatsing van de injectienaald voor het zogenaamde ganglion sphenopalatinumblok.

    Myofasciale pijn.

    Myofasciale pijn is pijn die veroorzaakt wordt door abnormale spierspanning in de aangedane gebieden.
    In een aantal gevallen kan een slecht functioneren van het kaak- en kauwsysteem de pijn veroorzaken.
    Dan moet de tandarts of kaakchirurg de behandeling van deze 'temporo-mandibulaire dysfunctie' uitvoeren.
    Is behandeling van de oorzaak niet mogelijk, dan zijn triggerpoint-injecties, relaxatietherapie en TENS de belangrijkste therapeutische interventies op de polikliniek anesthesiologie.
    'Trigger-point' injecties zijn injecties op de plaatsen waar bij druk het meeste pijn gevoeld wordt.
    Het plaatselijk inspuiten met 1-2 ml lidocaine 1-2% direct in de triggerpunten kan, als dit om de 2-3 dagen wordt toegepast, goede resultaten geven.

    Achterhoofdspijn.

    Achterhoofdspijn kan verminderd worden door een serie van drie blokkades van de achterhoofdszenuw met een plaatselijke verdoving en een corticosteroïd.
    Eventueel kan een definitieve blokkade overwogen worden met behulp van verhitting of bevriezing.

    Posttraumatische hoofdpijn en hoofdpijn met psychologische oorsprong.

    Hoofdpijn kan ook een psychologische oorsprong hebben.
    Na een trauma (en dat kan ook een medische ingreep zijn) kan een chronisch hoofdpijnsyndroom ontstaan.
    De pijn is aan beide zijden van het hoofd aanwezig en heeft een dof en drukkend karakter.
    Bij inspanning neemt de pijn toe.
    Psychologische ondersteuning is in de meeste gevallen gewenst.

    Aangezichtspijn.

    Aangezichtspijn kan optreden na een medische ingreep, zoals na operaties aan de neusbijholten of tandheelkundige ingrepen.
    Bij gedeeltelijke zenuwbeschadigingen kan er voor de patiënt een onacceptabele pijn ontstaan.
    De huid reageert gevoelig op aanrakingen, terwijl er bovendien een veranderde gevoelsbeleving of zelfs gevoelloosheid kan optreden.
    Toepassing van TENS, het voorschrijven van pijnstillers ter bestrijding van neuropathische pijn of triggerpoint-injecties zijn de belangrijkste behandelingsmethoden, evenals injecties in het gebied van de aangedane zenuw.
    Als een dergelijke pijn in de bovenkaak optreedt, kan een serie zenuwblokkades aan de bovenkaak, de zogenaamde 'nervus infraorbitalis blokkades', de pijn doen verminderen, echter niet de eventueel opgelopen gevoelloosheid.

    Chronische pijn ten gevolge van kanker.

    In het hoofd-halsgebied kan een kwaadaardig gezwel ernstige pijn veroorzaken.
    Nauwkeurig onderzoek naar het type pijn is noodzakelijk.
    Ingroei van zenuwen kan leiden tot neuropathische pijnen.
    Deze reageren slecht op NSAID's, terwijl methadon, fentanylpleister, carbamazepine, benzodiazepines, tricyclische antidepressiva en TENS een duidelijk positief effect op de pijnbestrijding kunnen hebben.
    Bij terminale patiënten kan een katheter in de nek of rug ingebracht worden, om de patiënten continu morfine toe te dienen.
    De benodigde dosering opiaten is bij deze vorm van toediening aanzienlijk lager, zodat een adequate pijnbestrijding kan plaatsvinden met minder bijwerkingen dan bij orale inname van de opiaten.
    Bovendien hebben sommige patiënten met een tumor in het hoofd-halsgebied moeite om de medicamenten via de mond in te nemen.


  • Textur