Tramal.

De werkzame stof in Tramal is tramadol.
Tramadol is sinds 1977 internationaal op de markt.
Het is op recept verkrijgbaar onder de merknamen Tramagetic en Tramal en het merkloze Tramadol.
Het is te verkrijgen in tabletten,capsules,druppels en injecties.

Wat doet het middel en waarbij wordt het gebruikt?

Tramadol behoort tot de groep geneesmiddelen die morfineachtige pijnstillers of opiaten wordt genoemd.
Het heeft een sterke pijnstillende werking. Artsen schrijven het voor bij:

  • Pijn

    Een beschadigd deel van het lichaam stuurt via gevoelszenuwen een 'bericht' aan de hersenen.
    De hersenen reageren hier op door beweging, bijvoorbeeld de handen weg te trekken van een hittebron, en met emoties, zoals angst.
    In veel situaties zijn deze reacties nuttig, maar bij ziekte, operaties en eerdere verwondingen is dat vaak niet meer zo.
    Bij pijn schrijft de arts meestal eerst een eenvoudige pijnstiller voor, zoals paracetamol, acetosal of ibuprofen.
    Daarna vaak paracetamol met codeïne.
    Als dat niet voldoende werkt, dan schrijft de arts soms tramadol voor: Tramadol zorgt ervoor dat het 'bericht' in de hersenen niet of minder sterk aankomt.
    Hierdoor voelt u de pijn minder en reageert u er rustiger op.
    Bij de gewone tabletten en druppels merkt u dat de pijn binnen één uur vermindert.
    De zetpillen werken binnen twee tot drie uur.
    De werking van de zetpillen en gewone capsules houdt zes tot acht uur aan.
    De tabletten en capsules met gereguleerde afgifte werken ongeveer 12 uur of ongeveer 24 uur.

    Op welke bijwerkingen moet ik letten?

    Naast het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.
    Dit is het geval bij ongeveer tien procent van de mensen.

    De belangrijkste bijwerkingen zijn:

  • Sufheid, slaperigheid en een verminderd reactievermogen.
  • Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk.
  • Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als u nog aan het middel moet wennen.

    Soms:

  • Verstopping (obstipatie).
    Gebruik, als dat mogelijk is, vezelrijke voeding en drink veel.
    Soms schrijven artsen bij dit middel een laxerend middel voor.
    Raadpleeg uw arts als u door tramadol last heeft van verstopping.

  • Misselijkheid.
    Meestal gaat deze bijwerking over als u na enkele dagen aan dit middel gewend bent geraakt.
    Meestal helpt het om even te gaan liggen als u zich misselijk voelt.

  • Duizeligheid:
    Vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.
    Dit gaat in het algemeen over als u na een paar dagen gewend bent geraakt aan dit middel.
    Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel.
    U kunt het best dan even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

  • Moeilijk kunnen plassen.
    Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat.
    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.
    Mogelijk is een ander medicijn beter geschikt voor u.

  • Jeuk en galbulten.
    Dit kan wijzen op overgevoeligheid.
    Neem contact op met uw arts, zodat deze kan bepalen of u overgevoelig voor dit middel bent.
    Omdat tramadol pijnstillend werkt, zult u verwondingen minder snel opmerken.
    Let daarom extra op verwondingen van met name uw voeten, omdat hier vaak problemen bij ontstaan.

  • Zweten en hoofdpijn.

    Deze bijwerkingen zijn niet gevaarlijk.
    Geef wel aan uw arts door als u er veel last van heeft.

    Zelden:

    Alleen bij hoge doseringen: bemoeilijkte ademhaling.
    Als u lijdt aan een luchtwegaandoening, zoals astma of longemfyseem, kunt u beter geen tramadol gebruiken.
    Vraag uw arts om advies.

    Bij te hoge doseringen, dus meer dan in de bijsluiter vermeld staat, kunnen ernstige bijwerkingen ontstaan, zoals: bemoeilijkte ademhaling, epilepsieachtige toevallen en bewustzijnsverlies.
    Neem daarom bij een overdosering altijd contact op met een arts.
    Een overdosering is ook te herkennen aan extreem kleine oogpupillen.
    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen, of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

    Als ik dit middel gebruik, mag ik dan...

  • Autorijden?

    Rijd geen auto, zeker gedurende de eerste weken dat u dit middel gebruikt.
    Kijk na twee weken hoeveel last u heeft van sufheid.
    Meent u dat u kunt autorijden, vraag dan iemand om de eerste keren naast u te zitten en uw rijvaardigheid te beoordelen.
    Deze persoon kan bekijken of u met wisselende snelheden rijdt, slingert of geïrriteerd reageert op normaal gedrag van medeweggebruikers.
    Voor uzelf is het vaak moeilijk te zien of u minder goed rijdt.
    Tips voor als u na enige tijd wilt autorijden: rijd niet als u onscherp ziet, moeite hebt u te concentreren of wakker te blijven, of als u niet weet langs welke route u naar een bestemming bent gereden.

  • Alcohol drinken?

    Drink absoluut geen alcohol als u gaat rijden.
    Alcohol versterkt de versuffende bijwerking van tramadol in belangrijke mate.
    Ook als u hier niets meer van merkt, omdat u gewend bent geraakt aan tramadol, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden.
    Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

  • Andere medicijnen gebruiken?

    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen zijn: andere middelen die het reactievermogen verminderen.
    Bij deze middelen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt.
    De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar.
    Rijd geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.

    Kan ik dit middel gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

  • Zwangerschap.
    Over het gebruik van dit middel tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend om met zekerheid te zeggen dat het veilig is.
    In elk geval mag u het niet gebruiken vlak voor de bevalling, omdat het de ademhaling van de baby kan bemoeilijken na de geboorte.
    Gebruik het daarom in elk geval NIET in de laatste maand van de zwangerschap.
    Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of dit binnenkort wil worden.
    Mogelijk kunt u tijdelijk overstappen op een ander middel.

  • Borstvoeding.
    Dit middel komt in de moedermelk terecht.
    Het kan daardoor bijwerkingen bij het kind geven.
    Overleg met uw arts als u borstvoeding wilt geven.

    Hoe moet ik dit middel gebruiken?

  • Hoe?
    Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

  • Wanneer?
    Het maakt niet uit welke innametijdstippen u voor dit middel kiest.
    Wel raadt de arts u meestal aan om dit middel altijd op dezelfde tijden in te nemen en niet te wachten tot de pijn weer toeneemt.

  • Hoe lang?
    Gebruik tramadol zo lang uw arts aangeeft dat dit nodig is.
    Als u dit middel gedurende meerdere maanden gebruikt, is er een kans dat u er gewend aan raakt en er alleen geleidelijk mee kunt stoppen.

    Wat moet ik doen als ik een dosis ben vergeten?

  • Als u dit middel vier keer per dag gebruikt:

    Duurt het nog meer dan één uur voor u de volgende dosis normaal inneemt?
    Neem de vergeten dosis dan alsnog in.
    Duurt het nog minder dan één uur?
    Sla de vergeten dosis dan over.

  • Als u dit middel drie keer per dag gebruikt:

    Duurt het nog meer dan twee uur voor u de volgende dosis normaal inneemt?
    Neem de vergeten dosis dan alsnog in.
    Duurt het nog minder dan twee uur?
    Sla de vergeten dosis dan over.

  • Als u dit middel twee keer per dag gebruikt:

    Duurt het nog meer dan vier uur voor u de volgende dosis normaal inneemt?
    Neem de vergeten dosis dan alsnog in.
    Duurt het nog minder dan vier uur?
    Sla de vergeten dosis dan over.
    Neem nooit een dubbele hoeveelheid om een vergeten dosis in te halen.

    Kan ik zomaar met dit middel stoppen?

    Nee, het is meestal niet verstandig om in één keer te stoppen.
    Stop daarom geleidelijk. Overleg hierover met uw arts.
    Heeft u dit middel slechts kortdurend gebruikt, dan kunt u eventueel wel in één keer stoppen.

    Neem contact op met uw arts als u last krijgt van een van de volgende ontwenningsverschijnselen:

  • onrust,
  • diarree,
  • hartkloppingen,
  • loopneus,
  • niezen,
  • kippenvel,
  • koorts zweten,
  • rillen,
  • gapen,
  • verlies van eetlust,
  • misselijkheid
  • maagkrampen.


  • Textur