Iedereen heeft wel eens lage rugpijn.

Lage rugpijn is geen ziekte, maar een symptoom. Een symptoom dat zeer frequent voorkomt : iedereen heeft ooit wel eens lage rugpijn. Maar veelal is de evolutie gelukkig goedaardig.

De wervelkolom bestaat uit een opstapeling van wervels : 12 dorsale en 5 lumbale wervels. De wervels worden bij elkaar gehouden door krachtige ligamenten en spieren, waardoor de wervelkolom kan bewegen. Tussen elke wervel ligt een tussenwervelschijf, die dient als schokdemper. Er lopen zenuwwortels door de gaten tussen de wervels. Problemen in die zone kunnen lage rugpijn veroorzaken. Lage rugpijn wordt gedefinieerd als pijn in de lendenstreek. Als de pijn minder dan één maand duurt, spreken we van acute lage rugpijn. Als de pijn langer dan één maanden duurt, spreken we van chronische lage rugpijn.

Welke zijn de oorzaken ?

Slechte houding : verkeerde zittende houding.

Verschot of lumbago : acute lage rugpijn, die vaak ontstaat na het optillen van een zware last.

Artrose van de wervelkolom : veroorzaakt chronische lage rugpijn met opflakkeringen afgewisseld met kortere of langere remissies.

Ankyloserende hyperostose van de wervelkolom : komt voor bij 60-plussers en wordt gekenmerkt door osteofyten (‘papegaaienbekken’), nl. abnormale botvormingen.
Osteofyten komen vaak voor op de overgang tussen de lumbale wervels en het sacrum, maar worden ook gezien in andere gewrichten.

Nauw lumbaal kanaal : een vernauwing van het lumbale kanaal door osteofyten.
De vernauwing drukt op de zenuwen en dat verklaart de pijn.

Discushernia : de zenuw die uitkomt tussen de 4de en de 5de lumbale wervel en de 1ste sacrale wervel wordt samengedrukt door een uitpuilende tussenwervelschijf.
Een discushernia veroorzaakt vaak ischias.
Vervormingen van de wervelkolom bij kinderen : scoliose, lordose, kyfose.

Spondylartritis ankylosans : veroorzaakt hardnekkige lage rugpijn bij jonge mensen en wordt gekenmerkt door een stijve (of rigide) wervelkolom die onvoldoende soepel is, en spiercontracties.
De wervelkolom is vervormd door lumbale hyperlordose en toegenomen dorsale kyfose (bochel in de rug).

Infectieuze spondylitis : de lage rugpijn is te wijten aan een infectie (syfilis, tuberculose, tyfus, brucellose).

Spondylolisthesis : de 5de lumbale wervel schuift naar voren ten opzichte van het sacrum door een traumatische of aangeboren oorzaak.

Osteoporose van de wervelkolom : botontkalking, wordt vaker gezien bij gemenopauzeerde vrouwen.

Tumor van de wervelkolom : vaak metastasen van een kanker van de borst, de nier, de prostaat of de schildklier.

Lage rugpijn van viscerale oorsprong : lage rugpijn veroorzaakt door een urogenitale ziekte (niersteen, infectie, tumor of ontsteking van de prostaat of de nieren) of een urologische aandoening (ruggenmergcompressie, cauda-equinasyndroom.

Praktische adviezen

Enkele kilo’s vermageren in geval van overgewicht.

Overgewicht werkt immers lage rugpijn in de hand.

In de auto een goede houding aannemen.

De zetel mag niet te ver van het stuur staan, want anders moet u de pedalen met de tenen bedienen ; de onderkant van de rug maximaal tegen de zetel duwen.

Om het uur stoppen om de spieren uit te rekken en te ontspannen.

Regelmatige lichaamsbeweging, aangepast aan de fysieke capaciteit. Vooral joggen, fietsen en zwemmen worden aanbevolen.

Grote en zware voorwerpen op een goede hoogte zetten, zodat men zich niet moet bukken.

Het materiaal aan uw lengte aanpassen en niet omgekeerd : steel van de bezem of de stofzuiger, de hark of de spade.

Zware gewichten niet aan één kant dragen.

Als u een babydraagzak gebruikt, het kind met uw armen ondersteunen.

Zodra dit mogelijk is, het kind op de rug dragen.

Als u lang moet blijven zitten, moet u proberen uw rug recht te houden.

Zet de voeten plat op de grond.

Ga met de billen tegen de rug van de stoel zitten, en als de stoel geen rugleuning heeft, plaats dan zo nodig een lendensteun (eventueel een kussen) tegen de rug ter hoogte van de nieren.
Onderbreek de activiteit regelmatig enkele minuten om de rug uit te rekken.
Om het bed op te maken, gaat u het best op uw knieën zitten.
Draag geen schoenen met hoge hakken gedurende lange tijd.
De kromming van de lendenstreek wordt dan versterkt.
Dat belast de lendenwervels en kan lage rugpijn veroorzaken.

Wanneer een arts raadplegen ?

Pijn in de lendenstreek :

  • na een inspanning (optillen, torsie, enz.) in geval van verschot (lumbago) ;
  • chronische rugpijn die verergert door vermoeidheid en evolueert met opflakkeringen bij artrose van de wervelkolom ;
  • die tijdens het stappen uitstraalt naar de benen, zwakte van de benen.

    Een nauw lumbaal kanaal :

  • hevige pijn, die het bewegen belemmert of ischias (pijn door irritatie van de zenuwwortels, waaruit de nervus ischiadicus ontspringt) in geval van discushernia ;
  • hardnekkige lage rugpijn bij een jonge persoon met verstijving van de wervelkolom in geval van spondylartritis ankylosans.

    Wat gebeurt er bij het onderzoek ?

    Bij de anamnese vraagt de arts naar de omstandigheden van optreden van de pijn, de intensiteit en de lokalisatie van de pijn teneinde de oorsprong ervan te achterhalen.
    Ook moet het type pijn worden bepaald : inflammatoire pijn (pijn die verergert in rust en verbetert bij activiteit) of mechanische pijn (pijn die verergert bij activiteit, hoesten en verbetert in rust).
    Men moet ook nagaan welke invloed het beroep en de dagelijkse activiteiten hebben op de pijn.
    Bij klinisch onderzoek wordt gezocht naar stijfheid van de wervelkolom, een contractuur of uitgelokte pijn.
    De eerste zeven weken worden geen röntgenfoto’s van de lumbale wervelkolom meer gemaakt.
    Men heeft trouwens vastgesteld dat vaak radiologische afwijkingen van de lumbale wervelkolom worden aangetroffen bij patiënten die helemaal geen pijn hebben, en bovendien correleren die afwijkingen niet goed met de symptomen en het klinisch onderzoek.
    De enige indicaties voor röntgenfoto’s bij lage rugpijn zijn een ongunstige evolutie of een behandeling met infiltratie of manipulatie.
    Bij het voorbereiden op een heelkundige ingreep of in specifieke gevallen (osteoporose, nauw lumbaal kanaal, metastasen) kan men een magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) of een CT-scan aanvragen.

    Hoe behandelen ?

    De tijd dat bedrust werd aangeraden bij lage rugpijn, is al lang voorbij.
    Bedrust wordt enkel nog aangeraden als de pijn bijzonder hevig is.
    De periode van bedrust moet in ieder geval zo kort mogelijk worden gehouden en het wordt stellig aanbevolen de dagelijkse en beroepsactiviteiten zo snel mogelijk te hervatten binnen de limieten van de pijn.
    Talrijkestudies hebben aangetoond dat een langdurige stopzetting van de activiteit in geval van chronische lage rugpijn het risico op een terugkeer naar een normaal leven verkleint.
    De pijn kan worden verlicht met geneesmiddelen (pijnstillers of analgetica).
    Paracetamol, niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen, myorelaxantia (spierontspannende middelen).
    De krachtiger werkende pijnstillers worden enkel gegeven als de eerste geen resultaat opleveren.
    Bij chronische lage rugpijn kunnen infiltraties van corticoïden de pijn verlichten, maar dergelijke infiltraties worden nooit dadelijk toegediend.
    Kinesitherapie kan nuttig zijn in geval van chronische pijn.

    Een operatieve ingreep is enkel aangewezen bij zenuwirritatie door compressie of een ruggenmergtumor.

    Dr. Sylvie Coulomb : Aanpassing : Dr. Philippe Burton

    top


    Textur