Kenacort

De werkzame stof in Kenacort is triamcinolon.
Triamcinolon is sinds 1956 internationaal op de markt.
Het is op recept verkrijgbaar in tabletten als het merkloze Triamcinolon en in injecties onder de merknaam Kenacort.

Wat doet dit middel en waarbij wordt het gebruikt?

Triamcinolon behoort tot de groep geneesmiddelen die bijnierschorshormonen of corticosteroïden worden genoemd.
Natuurlijke bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties en zijn nodig voor het vrijmaken en opslaan van energie, mineralen en zouten.
Triamcinolon wordt toegepast bij zeer veel aandoeningen waarbij ontstekingsverschijnselen een rol spelen, zoals astma, chronisch obstructieve longziekten (COPD), reuma, multiple sclerose (MS), lupus erythematodes (LE), bepaalde bloedziekten, de darmziekten colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, en allergische reacties.
Verder werkt het tegen sommige vormen van kanker en tegen de ernstige misselijkheid die kan ontstaan bij chemotherapie.
Artsen schrijven het meestal voor als:

Stootkuur
Een stootkuur is een behandeling van enkele dagen tot twee weken met een hoeveelheid tot 48 mg triamcinolon per dag.
Dit is een wat grotere hoeveelheid dan bij de meeste langdurige behandelingen.
Bij een stootkuur treden geen ernstige bijwerkingen van triamcinolon op, omdat u het maar kort gebruikt.
In een enkel geval schrijft de arts geen tabletten voor, maar krijgt u injecties met triamcinolon.
Soms krijgt u één injectie, die dan gedurende enkele dagen blijft werken.
Een stootkuur wordt toegepast bij plotselinge verergeringen van bepaalde aandoeningen.
Meestal zijn dit chronische aandoeningen waarbij ontstekingsverschijnselen een rol spelen.
Triamcinolon geneest de aandoening niet, maar onderdrukt de ziekteverschijnselen, zodat uw lichaam zich makkelijker kan herstellen.
Ook is er meer effect van andere geneesmiddelen als uw conditie beter is.
Meestal merkt u de werking binnen enkele uren.
Soms is de stootkuur bedoeld om de periode te overbruggen tot u de werking merkt van een ander middel, waarvan het effect langzamer intreedt.

Langdurige behandeling
Een langdurige behandeling duurt enkele maanden of langer en bestaat uit een hoeveelheid van ongeveer 8 mg tot 16 mg triamcinolon per dag.
U start deze behandeling meestal met een stootkuur van een grote hoeveelheid triamcinolon per dag, waarna u de hoeveelheid in enkele dagen tot weken afbouwt tot de onderhoudsdosering.
Gedurende de hele behandeling bepaalt uw arts samen met u of de hoeveelheid triamcinolon bijgesteld moet worden, zodat u de laagst mogelijk dosering gebruikt die nog goed werkt.
Deze langdurige behandeling wordt toegepast bij ernstige ziekten waarbij ontstekingsverschijnselen een rol spelen in het geval dat andere geneesmiddelen niet of onvoldoende helpen.
Het kan bij deze aandoeningen enkele weken duren voor u het effect van triamcinolon merkt.

Onderdeel van een behandeling tegen kanker
In dit geval is er meestal sprake van een dosering triamcinolon van 48 mg of meer per dag, in een combinatie met andere medicijnen tegen kanker.
U slikt de combinatie dan gedurende enkele dagen, bijvoorbeeld vijf.
Enkele weken daarna start u opnieuw met een periode van enkele dagen slikken.
Op deze manier wordt triamcinolon vaak toegepast bij verschillende soorten kanker, zoals lymfeklierkanker, leukemie, een hersentumor, borstkanker en de ziekte van Kahler.
De werking van triamcinolon bij deze aandoeningen is divers.
Het verbetert de eetlust, vermindert vermoeidheid en zorgt er vaak voor dat u zich beter gaat voelen.
Verder gaat triamcinolon de zwelling van tumoren tegen.
Het kan daardoor bij tumoren die tegen zenuwen aandrukken de pijn verminderen.
Bij de ziekte van Kahler verlaagt triamcinolon de hoeveelheid calcium (kalk) in het bloed, dat bij deze ziekte is verhoogd.
Veel medicijnen tegen kanker veroorzaken ernstige misselijkheid.
Triamcinolon kan deze vorm van misselijkheid verminderen, vooral omdat het uw stemming en eetlust verbetert.
U gebruikt het dan vaak samen met een ander middel tegen misselijkheid, zoals metoclopramide, ondansetron (Zofran), granisetron (Kytril) of domperidon.

Op welke bijwerkingen moet ik letten?

Naast het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.
De kans op deze bijwerkingen hangt af van uw eigen gevoeligheid voor deze bijwerkingen, de hoeveelheid triamcinolon die u gebruikt en de lengte van de behandeling.
Vraag uw arts welke bijwerkingen u kunt verwachten.
In het algemeen geldt het volgende.
Bij een eenmalige behandeling of behandeling van enkele dagen heeft u weinig kans op bijwerkingen. Bij een stootkuur gebruikt u gedurende enkele dagen tot weken een hoge dosering tot 48 mg triamcinolon.
De bijwerkingen die u daarbij ervaart zijn in het algemeen niet gevaarlijk of schadelijk, soms wel lastig of vervelend.
Bij langdurig gebruik gaan de meeste bijwerkingen na enkele dagen tot weken over, als u aan het middel gewend bent geraakt.
Na enkele weken gebruik heeft u wel kans op bijwerkingen die optreden bij langdurend gebruik.
Dit is ook het geval bij kortdurende behandelingen met doseringen vanaf ongeveer 24 mg die vaak herhaald worden.
Bijvoorbeeld vaker dan vier keer per jaar.

De belangrijkste bijwerkingen die voor kunnen komen, zijn:

Meteen vanaf het begin van de behandeling:

Soms:

  • maag- of darmklachten.
    Het innemen vlak voor of tijdens de maaltijd kan deze klachten voorkomen.
    De maag- en darmwand kunnen gevoeliger zijn, waardoor eerder maag- en darmzweren ontstaan.
    Overleg voor gebruik met uw arts als u een recent een maag- of darmzweer heeft gehad of die nu nog heeft.
    Eventueel kan uw arts een maagzuurbeschermend middel voorschrijven.

  • Tijdelijke veranderingen in gevoel en stemming, die per persoon kunnen verschillen.
    Men kan energieker, prikkelbaar, rusteloos, angstig of agressief worden, maar ook neerslachtig, futloos of vermoeid.
    Overleg voor gebruik met uw arts als u depressief bent of hiervoor behandeld wordt.
    Mocht u veel last hebben van stemmingsveranderingen, vraag dan uw arts om advies.
    Mogelijk kan de dosering enigszins worden verlaagd.
    Bij slaapproblemen door rusteloosheid kan het helpen het middel in één keer vroeg op de dag in te nemen.
    Omdat bijnierschorshormonen de aanmaak en afbraak van koolhydraten beïnvloeden, kunnen bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, verschijnselen van diabetes (suikerziekte) ontstaan.
    Zij merken dit doordat zij veel dorst krijgen en veel moeten plassen.
    Dit kan vooral optreden bij mensen boven de 75 jaar.
    Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig hebben.
    Meet extra vaak uw bloedglucosegehalte.

  • Slecht genezende wonden en meer kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels.
    Start de behandeling niet, als het enigzins kan, als u last heeft van aandoeningen die zijn veroorzaakt door infecties van bacteriën, schimmels of virussen.
    Als de infectie uit de hand loopt heeft u dat niet in de gaten, omdat bijnierschorshormonen ontstekingsverschijnselen, zoals roodheid en zwelling, tegengaan.
    Mocht zich een infectie tijdens het gebruik voordoen, bespreek dan met de arts wat u moet doen.
    Neem in elk geval contact op bij plotseling opkomende ontstekingen, bij ontstekingen in of rond het oog en bij een ontstekingen waarvan u weet of vermoedt dat deze door een virus is veroorzaakt.
    Overleg met uw arts als u gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld tegen tropische ziekten.
    Mogelijk reageert uw lichaam onvoldoende op de inenting.
    Raadpleeg uw arts als u een wond heeft die slecht geneest.

  • Een verhoogde oogboldruk kan ontstaan bij personen die daarvoor gevoelig zijn.
    Overleg voor gebruik met uw arts als u een verhoogde oogboldruk (glaucoom) heeft, terwijl deze niet wordt behandeld door de oogarts.

  • Bij sommige vrouwen blijft de menstruatie uit tijdens de behandeling.
  • U kunt last krijgen van spierzwakte en vermoeidheid.

    Alleen als u extra gevoelig bent voor één van de bijwerkingen of als u vaker in korte tijd stootkuren gebruikt, kunt u de bijwerkingen ervaren, die we hieronder noemen.

    Na gebruik van meer dan drie weken
    De volgende bijwerkingen treden meestal niet op bij hoeveelheden van minder dan 8 mg per dag.
    Sommige mensen worden dikker door de veranderde opbouw en afbraak van vet, door toename van de eetlust en door het vasthouden van vocht.
    Het is vaak nodig de eetgewoontes aan te passen om het gewicht op peil te houden.
    Een diëtist kan u daarbij helpen.
    Vraag uw huisarts om een verwijzing.

    Regelmatig krijgen mensen een opgezwollen gezicht.
    Dit is voor velen een belangrijk nadeel van de behandeling.
    Het is niet altijd mooi en terwijl het niet goed met hen gaat, zien zij er voor hun omgeving juist 'welvarend' uit.
    De huid wordt vaak dunner, waardoor het de onderliggende weefsels minder goed beschermt.
    Hierdoor kunt u eerder last krijgen van blauwe plekken en streepvormige littekens (striae).
    Enige maanden na het stoppen met de behandeling moet de huid weer zijn normale dikte terughebben.
    De littekens verdwijnen niet meer.
    Andere effecten op de huid zijn dat wonden minder goed en minder snel genezen en dat er een verhoogde kans is op acne (jeugdpuistjes) en overmatige haargroei, vooral in het gezicht.
    Vermindering van de werking van de bijnierschors.
    Hier heeft u tijdens de behandeling geen last van, maar na het stoppen heeft uw bijnierschors tijd nodig om op gang te komen om weer zelf bijnierschorshormonen aan te maken.
    Dit kan een half jaar duren.
    Moet u tijdens of binnen halfjaar na beëindiging van de behandeling een medische ingreep ondergaan?
    Vertel dan altijd dat u een bijnierschorshormoon gebruikt, of gebruikt heeft.
    Na operaties heeft uw lichaam extra bijnierschorshormoon nodig.
    Omdat uw bijnierschors deze op dit moment zelf niet kan aanmaken moet de dosering vaak worden aangepast.

    Na enkele maanden gebruik
    Dit is een gebruik van enkele maanden of meerdere kortdurende kuren met een hoge dosering achter elkaar.
    Bijvoorbeeld meer dan vier per jaar.
    De bijwerkingen kunnen na enkele maanden optreden, of pas na het stoppen met een langdurige behandeling.
    Ze komen meestal niet voor als u minder dan 8 mg per dag gebruikt.
    Verlies van botweefsel (osteoporose).
    De botten worden dan brozer, waardoor deze eerder breken.
    Vooral op oudere leeftijd zal het gebruik van bijnierschorshormonen het natuurlijke afbraakproces van de botten versterken.
    Maar ook wanneer u de bijnierschorshormonen op jonge of middelbare leeftijd gebruikt, heeft u op latere leeftijd meer kans op botontkalking.
    Het is daarom belangrijk tijdens het gebruik van de bijnierschorshormonen veel kalk te gebruiken (in de vorm van zuivelproducten of eventueel als tabletten).
    Ook lichaamsbeweging zorgt voor een actieve opbouw van de botten.
    Een blijvende vertroebeling van de ooglens (cataract) kan ontstaan.
    Neem contact op met uw arts als u veranderingen in uw gezichtsvermogen opmerkt.
    Bij ouderen en mensen met diabetes kan ouderdomsstaar wat eerder ontstaan dan normaal zou gebeuren.
    Ouderdomsstaar is een blijvende vertroebeling van de ooglens.
    Neem contact op met een oogarts als u wazig gaat zien en vermeld dan dat u een bijnierschorshormoon gebruikt.
    Het gezichtsvermogen kan met een bril vaak nog goed worden gecorrigeerd.
    Mocht na verloop van tijd het gezichtsvermogen te slecht zijn, dan is een lensoperatie nodig.
    Kinderen kunnen door het gebruik soms minder hard groeien.
    Het is daarom belangrijk dat een arts regelmatig de lichaamslengte en het lichaamsgewicht controleert.
    Als blijkt dat inderdaad groeivertraging optreedt, dan kan tijdig worden overwogen de behandeling te stoppen.

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen, of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

    Heeft dit middel een wisselwerking met andere medicijnen?

    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen zijn:

  • Pas op met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, diclofenac, ibuprofen en naproxen.
    Ontstekingsremmende pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmzweren.
    Triamcinolon kan de kans op deze bijwerking verhogen.
    De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet.
    Deze kunt u wel veilig gebruiken.
  • buiktyfusvaccin (Vivotif).
    Triamcinolon vermindert de werking van dit vaccin.
    Het buiktyfysvaccin dat u via de mond kunt innemen, mag u niet gebruiken.
    Het is wel mogelijk het vaccin via een injectie te krijgen.
    Neem hierover contact op met uw arts.

    Als ik dit middel gebruik, mag ik dan...

    autorijden, alcohol drinken, alles eten?
    Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

    Kan ik dit middel gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

    Zwangerschap
    U zult samen met uw arts een afweging moeten maken tussen de voordelen van de behandeling en de risico's voor het kind.
    De effecten op het ongeboren kind zijn nog niet allemaal bekend, maar duidelijk is dat het kind minder goed kan groeien.

    Borstvoeding
    Gebruik dit middel NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding.
    Dit middel komt waarschijnlijk in de moedermelk terecht.
    Het is niet bekend of het schadelijk is voor de baby.
    Wilt u borstvoeding geven,overleg dan met uw arts of apotheker.
    Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander middel voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

    Hoe moet ik dit middel gebruiken?

    Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.
    Vraag ook uw arts om een duidelijke instructie op papier.
    De doseringsschema's bij dit middel zijn vaak ingewikkeld, omdat u op en af moet bouwen.

    Hoe?
    Neem dit middel tijdens of vlak na een maaltijd in.
    U heeft dan minder kans op maagklachten.
    Sommige mensen vinden dat de tabletten een onplezierige bittere smaak hebben.
    Neem tabletten dan in met een lepel vla of yoghurt.
    Eventueel kunt u uw arts vragen een recept te schrijven voor gelatinecapsules, die de apotheek voor u kan maken.
    De capsule kunt u in zijn geheel inslikken, waarna hij in de maag oplost.
    Verwerking in een capsule kan ook prettig zijn als u erg veel tabletten in één keer moet slikken.

    Wanneer?
    Zodra u het middel in huis heeft, kunt u het het beste meteen innemen.
    Soms moet u dit middel in het begin twee tot vier keer per dag innemen, om er zo aan te wennen.
    Zodra u minder last heeft van de bijwerkingen, zoals misselijkheid, kunt u proberen de hoeveelheid voor één dag in één keer in te nemen.
    U voorkomt hiermee bijwerkingen op de lange termijn.
    Als u het één keer per dag inneemt, doe dat dan vroeg in de ochtend.
    Bijvoorbeeld bij het ontbijt.
    U beperkt hierdoor het remmende effect op de eigen bijnierschors.

    Hoe lang?
    Een stootkuur duurt meestal tussen de vijf en tien dagen.
    Soms moet u de dosis aan het einde van de kuur langzaam afbouwen, bijvoorbeeld door elke dag één tablet minder te slikken.

    Wat moet ik doen als ik een dosis ben vergeten?

    De vergeten dosis moet u alsnog zo snel mogelijk innemen.
    Gebruikt u triamcinolon echter één keer per dag en is het al later dan drie uur in de middag?
    Sla de vergeten dosis dan over.
    Maak wel de volledige kuur af, dus verleng de kuur met de dag dat u een dosis heeft overgeslagen.

    Kan ik zomaar met dit middel stoppen?

  • Gebruikt u dit middel enkele dagen?
    Dan kunt u in één keer stoppen zonder dat er ontwenningsverschijnselen ontstaan.
  • Gebruikt u dit middel korter dan drie weken achter elkaar?
    Meestal kunt u in één keer stoppen, zonder dat er ontwenningsverschijnselen ontstaan.
    Soms heeft de arts voor u wel een afbouwschema voorgesteld.
    Vaak is dat om een terugkeer van de aandoening te voorkomen.
    Bij astma stapt u soms over op inhalaties met een bijnierschorshormoon.
  • Gebruikt u dit middel langer dan drie weken achter elkaar?
    Bouw dan langzaam af in overleg met uw arts.
    Bij plotseling stoppen kunt u last krijgen van ernstige ziekteverschijnselen, zoals diarree, misselijkheid, zwakte en vermoeidheid.
    Die ziekteverschijnselen ontstaan doordat tijdens het gebruik uw eigen bijnierschors minder hormonen aanmaakt.
    Er is immers al voldoende bijnierschorshormoon in het lichaam aanwezig.
    Bij plotseling stoppen kan de bijnierschors de hormonen niet ineens weer aanmaken.
    Het duurt enige weken tot soms meer dan een jaar voor de bijnierschors weer helemaal op gang is.


  • Textur