Neuropathische pijn.
Neuropathische pijn ontstaat door beschadiging van het zenuwstelsel en niet door stimulatie van de zenuweinden van de A-Delta en C-vezels (nociceptieve pijn).
Fantoompijn.
Na een traumatische of heelkundige amputatie van een lichaamsdeel kunnen patiënten lijden aan stomppijn, fantoomgevoel of fantoompijn (in het Vlaams ook wel spookpijn).
Stomppijn kan door verschillende oorzaken optreden:
De vorming van neuroma's (nieuwe zenuwknopen) en/of perifere partiële zenuwbeschadiging kan leiden tot pijn die ontstaat doordat de aanvoerende prikkels uit het 'spookledemaat' gestoord zijn of ontbreken.
In de loop van de tijd kan het fantoomgevoel verminderen of kan de virtuele lengte van het fantoom afnemen, het zogenaamde 'telescoopfenomeen'.
Bij aangeboren afwijkingen, waarbij ledematen niet of ten dele afwezig zijn, kan ook fantoomgevoel optreden.
Fantoompijn kan optreden als een 'herinnerings'pijn van gebeurtenissen die vroeger in het geamputeerde ledemaat hebben plaatsgevonden: eerdere verwondingen of beschadigingen zoals pijn van zweren, ingegroeide teennagels, gangreen, blaren, likdoorns en littekens.
Ook na het trekken van tanden of kiezen, borstamputaties, dwarslaesies, verwijdering van endeldarm, blaas, baarmoeder of genitaliën kunnen dergelijke fenomenen optreden.
Volgens de theorie dat fantoompijn een 'herinneringspijn' zou zijn en het feit dat vroege pijnbestrijding pijn in een latere fase zou voorkomen, is speciale aandacht besteed aan de pijnbestrijding vóór de amputatie.
Zoals echter bij elke chronische pijn kunnen psychologische invloeden wél de pijn en pijn-ervaring beïnvloeden.
Als medicamenteuze therapie kunnen behalve paracetamol en NSAID's ook tricyclische antidepressiva en anti-epileptica worden voorgeschreven.
TENS kan bij fantoompijn goede resultaten opleveren evenals fysiotherapie.
Psychologische begeleiding is bij fantoompijn vaak gewenst, vooral bij wijze van ondersteuning.
Bij ernstige therapie-ongevoelige fantoompijnen kan de zogenaamde 'dorsal root entry zone lesion' (DREZ-laesie) overwogen worden.
Gordelroos.
Gordelroos is een virusinfectie waarbij een rode uitslag met blaasjes ontstaat in het verzorgingsgebied van een of meer zenuwwortels aan één zijde van het lichaam.
De acute vorm van gordelroos kan veel pijn veroorzaken in het aangedane gebied.
De therapie van de acute gordelroos bestaat uit:
2. Antivirale therapie met behulp van aciclovir, famiclavir en valaclavir.
3. Zenuwblokkades: epiduraal met lokaalanesthetica (al dan niet met corticosteroïden) en sympathisch met lokaalanesthetica (al dan niet corticosteroïden).
Bij de epidurale techniek wordt in de ruimte rondom het ruggenmerg een injectie gegeven met een verdovende vloeistof gecombineerd met een corticosteroïd.
Bij gordelroos in het gelaat wordt wel aanbevolen om de grote zenuwknoop van de aangezichtszenuw, het ganglion van Gasseri, in te spuiten met corticosteroïden.
In de hals zou de grote zenuwknoop van het sympathische systeem, het ganglion stellatum, ingespoten kunnen worden met corticosteroïden, gemengd met een verdovende vloeistof.
Na het verdwijnen van de blaasjes kunnen hevige pijnklachten optreden in het gebied waar oorspronkelijk de huiduitslag aanwezig was, de zogenaamde postherpetische pijn.
De hevige pijnklachten treden vooral op bij ouderen en dit kan leiden tot niet meer willen eten, verwaarlozing, depressiviteit en zelfs suïcidaliteit.
De behandelingsmogelijkheden zijn:
- TENS
- met medicijnen volgens stap 1 en 2 van het stappenplan (hoofdstuk 'Algemene behandelingsmethoden van pijn'): NSAID's.
- Zalven met capsaicine 0,025% in cremor lanette, op de huid aan te brengen vloeistof met aspirine 3 gram in 100 ml ethylalcohol, 5% lidocaine-prilocaine crème (EMLA) 5-10% lidocaine gels en DMSO-zalf kunnen lokaal verlichting geven.
Het capsaicine is afkomstig van de Spaanse peper en kan voordat de pijnstilling optreedt eerst een verergering van de brandende sensaties geven.
Als zenuwblokkade kan gedacht worden aan lokale injectie met lokaalaanesthetica (al dan niet met corticosteroïden).
Andere vormen van neuropathische pijn en centrale pijn.
Neuropathische pijn kan voorkomen na operaties en verwondingen.
De medicamenteuze therapie bestaat uit stap 1 t/m 3 van het stappenplan (hoofdstuk 'Algemene behandelingsmethoden van pijn'), met name de adjuvante medicatie.
TENS moet altijd overwogen worden, evenals fysiotherapie en ergotherapie.
Blokkades beperkt men bij neuropathische pijn tot lokale injecties.
Centrale pijn is een vorm van vrijwel onbehandelbare pijn.
|
Textur |